Onze intelligente relatie met digitale robots

Kunstmatige intelligentie kennen we inmiddels allemaal. We zien het van dichtbij groeien en zich ontwikkelen. De camera van je computer herkent jouw gezicht als je wil inloggen. Facebook kent de mensen die je wilt taggen in de foto’s die je post. Google wijst ons de weg. Je hoeft maar het adres uit te spreken, en Google Maps weet waar je heen wilt. Apple heeft Siri, Amazon Alexa en Mircosoft Cortana. Deze luisterende, interpreterende, pratende systemen willen niets liever dan jou begrijpen en jou van dienst zijn. Ze hebben intelligente vermogens die we voor kort exclusief aan mensen toebedeelden. Daarom kan het niet anders, dan dat we deze digitale robots ook in ons werk gaan terug zien. En dan heb ik het zeker ook over de creatieve beroepen waarvoor je gestudeerd moet hebben.

 

Deep learning

De technieken achter de lerende systemen van digitale robots zijn niet nieuw. Al in de jaren zestig werkten psychologen en wiskundigen aan lerende algoritmes en wat ze noemden Deep learning. Hier wordt de informatie verwerkt in laagjes. Elk laagje gebruikt de uitkomsten van het vorige laagje. De algoritmes maken het mogelijk om zonder supervisie dingen te leren. De laatste tien jaar is deep learning in een stroomversnelling gekomen, dankzij de bruut-snelle rekenkracht van moderne computers die met grote snelheid enorm veel data kunnen verwerken.

 

Kattenfilmpjes op YouTube

Zelf leren zonder supervisie gaat heel gemakkelijk. Een algoritme krijgt onnoemelijk veel beelden te zien, zonder dat ooit verteld wordt wat het beeld voorstelt. Geleidelijk aan, weet het systeem de data op een juiste manier te interpreteren. De wetenschappers van Google hebben laten zien hoe dit werkt aan de hand van YouTube. Binnen de kortste keren had hun algoritme door dat er wel erg veel video’s met katten op YouTube staan. Zonder dat Google ooit maar een keer hoefde te zeggen dat een kat snorharen heeft, puntige oren, vier poten en een staart.

 

Van Deep Blue tot Watson en Alpha Go

In 1997 studeerde ik cognitieve psychologie in Leiden. Terwijl ik met mijn medestudenten leerde over de grondbeginselen van taalverwerving en kunstmatige intelligentie, werd op dat moment een zeer bepalende schaakwedstrijd gespeeld. De schaakcomputer IBM Deep Blue won van grootmeester en wereldkampioen Garry Kasparov. Op de faculteit was dit het gesprek van de dag. Inmiddels kennen we IBM Watson. Deze supercomputer was in 2011 zijn opponenten te slim af bij de extreem moeilijke Amerikaanse televisiequiz Jeopardy! Google zit ook niet stil. Die ontwikkelde AlphaGo, een computerprogramma om een van de moeilijkste spellen op aarde, het Aziatische bordspel Go te kunnen winnen. In 2016 gebeurde dat ook.

 

Wat ze nog meer kunnen behalve spelletjes winnen…

Natuurlijk is het niet bij spelletjes gebleven. Watson heeft inmiddels de hele medische literatuur tot zich genomen. In de medische wereld verricht hij mensenlevens reddend werk. Toen Japanse artsen in 2016 een kankerpatiënt onvoldoende zagen herstellen van een ingreep, wendden ze zich tot Watson. In tien minuten deed Watson waar de artsen twee weken voor nodig zouden hebben. Hij analyseerde haar genetische data voor mutaties en wist te vertellen dat ze een bepaalde vorm van leukemie had. Dankzij Watson’s prestaties was er weer hoop voor deze patiënt.

Ook in andere kringen doet Watson zijn intrede. Als chefkok weet Watson te verrassen met soms lichtelijk bizarre recepten zoals tiramisu met blauwe kaas. Hij inspireert, zet koks op een andere gedachte, maar de kenners vinden hem tot nog toe geen meesterchef. Op Wallstreet werkt Watson zich in bij de financiële sector. Toch lijkt het nog even te duren voordat Citibank en anderen werkelijk het vertrouwen hebben dat ze winst gaan behalen met Watson.

Robots die zelf teksten schrijven

Journalistiek is een van die beroepen waar hart en ziel in ligt. Een robot kan wel teksten maken, maar echt schrijven? Het gebeurt al wel. Het rapport over de kwartaalcijfers van Apple bijvoorbeeld wordt geschreven door een robot van Associated Press (AP). Emma AI is een robot wier teksten haast niet van een mens zijn te onderscheiden. Beangstigend voor journalisten. Of toch niet? Een journalist van het Financieel Dagblad probeerde het uit. Hoewel Emma AI drie keer zo snel was als zij, kon ze opgelucht adem halen toen ze haar tekst met die van Emma vergeleek. Emma miste de allerbelangrijkste kwaliteit van een journalist: het vermogen om nieuwswaardige artikelen te schrijven. Emma’s artikel zat goed in elkaar, maar was totaal niet interessant. Wie weet wat nog komen gaat. Trouwens, Emma gaat net als Watson de beursvloer op om in aandelen te handelen.

In de muziek gebeurt eigenlijk hetzelfde. Coca Cola werkt met digitale robots voor hun muziekjes. In plaats van met een dure componist te werken, maken ze gebruik van een dienst die voor een klein bedrag de deuntjes levert. Voor de verdere uitwerking komt er wel een mens aan te pas. Het doel van dit soort muziekdiensten is natuurlijk op catchy popsongs te produceren. Maar net als bij een knap geschreven tekst, zou het ooit lukken om de melodie, toon, gevoel en uitstraling van een popsong door een algoritme te laten maken?

Samenwerken met digitale robots

Tot nu toe heb ik het alleen maar gehad over de dingen die er nu al zijn. Het is wel duidelijk dat robotisering echt niet alleen iets is voor fabriekswerk, waar men heel bezorgd is over banenverlies. Ook artsen, koks, journalisten, muzikanten en al die andere beroepen van hoog opgeleide mensen veranderen door de inzet van superslimme robots. Niet iets om bang voor te zijn. Ze zijn een aanvulling op onze eigen vermogens, zoals in de medische wereld. Robots kunnen inspireren, zoals chef Watson. Ze kunnen saai werk uit handen nemen, zoals de robots die over kwartaalcijfers schrijven of reclamedeuntjes componeren. Zelf kun je als professional handig gebruik maken van de intelligentie van digitale robots. Die leveren ons stukjes werk. Maar wat ons raakt in zowel in muziek, als in verhalen en gerechten, is de bezieling van een mens dat vol in het leven staat. Digitale robots zouden ons alert moeten maken en ons aansporen om uiting te geven aan onze unieke menselijke creativiteit.